Het mijnerfgoed in beeld: de DSM-kunstschat

DSM is een van de ‘dochters’ van de mijnindustrie. De afkorting verwijst naar de staatsmijnen of in het Engels: Dutch state mines. Als de mijnen in de jaren 70 hun poorten sluiten, richt DSM zich op chemische activiteiten. Gaandeweg wordt de multinational internationaler en verandert de focus naar fijnchemie en biotechnologie. In 2023 fuseert DSM met het Zwitserse Firmenich en verplaatst het bedrijf het Nederlandse hoofdkantoor van Heerlen naar Maastricht.

Het mijnerfgoed in beeld: de DSM-kunstschat

In 1952, in de hoogtijdagen van de mijnen, startten De Staatsmijnen met het opbouwen van een kunstcollectie. Vandaag de dag telt deze kunstschat ongeveer 500 werken. Bij de verhuizing naar Maastricht heeft DSM de volledige collectie als eerbetoon en dank aan de gemeente Heerlen overgedragen. Leen Roels, directeur van het Nederlands Mijnmuseum en collectiemedewerker Kevin Raetsen zijn blij met de schenking. “De DSM-collectie vertelt het verhaal van DSM maar ook van de bloei van de Mijnstreek en de daaropvolgende transitie. De visies van de kunstenaars op die ontwikkelingen zijn erg waardevol.”

Mijnkunst

“In de eerste jaren waarin DSM begon met het verzamelen van kunst lag de focus op bedrijfskunst”, vertelt Kevin. “Je ziet dat het bedrijf in die periode vooral opdrachten heeft gegeven aan en werken heeft aangekocht van Limburgse kunstenaars, zoals Charles Eyck, Aad de Haas, Jef Diederen en Eugène Quanjel. Quanjel was bijvoorbeeld ook bouwkundige bij de Staatsmijn Maurits – ze zochten de kunst dus vooral in hun eigen wereld. Op den duur is de collectie uitgebreid met bijvoorbeeld werken van beroemde Amsterdamse Limburgers, zoals Ger Lataster, Pieter Defesche en Lei Molin. En hij bevat ook werken van grote internationale namen, zoals Shinkichi Tajiri, Barbara Wagner en Melanie Bonajo. Dat zijn waardevolle toevoegingen aan de al erg mooie kunstcollectie van Heerlen.”

Mecenas

“De gemeente Heerlen heeft de collectie in beheer overgedragen aan SCHUNCK. Zij zijn de experts in het bewaren en tentoonstellen van kunst”, vult Leen aan. “Wij hebben laatst een kijkje genomen om de mijn-gerelateerde kunstwerken te onderzoeken. Dan zie je dat de collectie bijvoorbeeld een twaalftal portretten van voormalige mijndirecteuren van de Staatsmijnen bevat. Deze zijn allemaal geschilderd door de Limburgse kunstenaar Harry Koolen, die overigens een tijdlang op kasteel Terworm heeft gewoond. Hij maakte deze portretten in opdracht van de mijndirecties. Ook dát gegeven is weer mooi voor het Mijnmuseum. De collectie laat zo zien dat de mijnen niet alleen voor industriële en economische bedrijvigheid zorgden maar als een mecenas ook kunst en cultuur bevorderden.”

Tentoonstelling

Aan het einde van het Erfgoedjaar gaat SCHUNCK de eerste expositie uit de DSM-collectie samenstellen. Leen: “Dit wordt een participatieproject. Samen met inwoners van de stad en oud-koempels gaan we een selectie maken van werken waarmee zij aangeven wat dit werk volgens hen vertelt over de ontwikkeling van Heerlen. Waarom kies je bijvoorbeeld het iconische beeld van de mijnwerker die afgebeeld wordt als een held, het statige portret van de mijndirecteur of het bedrijfslandschap. Ben je er trots op dat je daar hebt gewerkt of roept het beeld ook andere herinneringen of emoties op. Omdat er zo weinig over is van het mijnverleden, zijn we blij dat die kunstwerken er zijn. Aan de hand van de beelden en visies van de kunstenaars kunnen we het verleden voor volgende generaties tastbaarder maken en het erover hebben.”