Als u gaat bouwen of verbouwen, moet uw bouwwerk binnen de omgeving passen. Daarom moet u misschien een vergunning aanvragen.
Heeft u vóór 1 januari 2024 een aanvraag ingediend, dan gelden voor u andere regels.
Als u wilt bouwen of verbouwen, dan moeten uw plannen passen binnen de omgeving waarin u gaat bouwen.
Daarom moet u een omgevingsvergunning aanvragen voordat u gaat bouwen. Er zijn ook uitzonderingen. U hoeft bijvoorbeeld geen omgevingsvergunning aan te vragen als het gaat om:
Gaat u iets verbouwen aan een monument? Dan heeft u meestal wel een vergunning nodig.
Als u geen vergunning hoeft aan te vragen, moet u meestal nog wel een melding doen. Zo weet de gemeente wanneer u met bouwen gaat beginnen.
Hou er rekening mee dat u misschien ook nog andere vergunningen nodig heeft als u gaat bouwen.
U houdt zich bij bouwen of verbouwen in ieder geval aan de regels uit het omgevingsplan van de gemeente over de invloed van uw bouwwerk op de omgeving. Denk bijvoorbeeld aan geluidseisen.
U betaalt een percentage van de bouwsom. De hoogte wordt elk jaar opnieuw vastgesteld.
Als u een omgevingsvergunning aanvraagt, dan betaalt u meestal niet alleen de kosten voor de omgevingsvergunning. Vaak brengt de gemeente ook plankosten in rekening. Dit zijn kosten voor voorbereiding van en toezicht op de aanleg van voorzieningen. Bijvoorbeeld groenvoorzieningen, nieuwe wegen of het dempen van sloten.
Zo vraagt u een omgevingsvergunning aan:
Kunnen uw bouwplannen gevolgen hebben voor de natuur? Geef dit dan aan in uw vergunningaanvraag.
De gemeente neemt binnen 8 weken een beslissing over uw vergunningaanvraag. Deze termijn mag de gemeente eenmaal verlengen met 6 weken. U mag pas met bouwen beginnen als de vergunning is verleend.
Een melding doet u minimaal 4 weken voordat u gaat bouwen.
Op de hoogte blijven? Schrijf u in voor onze nieuwsbrief.